“We brengen democratie in de hele wereld, maar zelf leven we onder een dictatuur…. puur winstbejag”, zegt een oude, rijzige man snoevend. Het is herfst 2006, een druilerige dag. Buiten regent het, binnen heerst cynisme. We bevinden ons op een inspraakavond in de Meervaart te Osdorp, waar de herstructurering van de Amsterdamse Westelijke Tuinsteden op de agenda staat. Wie een constructieve dialoog verwacht tussen bewoners en bestuurders heeft waarschijnlijk nog nooit zo’n avond bijgewoond: een zorgvuldig ritueel van pappen en nathouden. Als een golf die gewoon is zich kapot te slaan tegen een onbeweeglijke kust om daarna teleurgesteld af te druipen, zo botst de woede van bewoners op de ontwijkende rationaliteit van bestuurders: “dat zullen we zeker meenemen, mevrouw”.
