Dode bomen

Er is een Amerikaanse eigenaardigheid die snel in het oog springt als je – zoals ondergetekende – graag een krantje in een café leest. Er zijn hier bijna nergens kranten te vinden. Ik vind het zelf een van de fijnere ervaringen van het reizen: ergens in een vreemd land in een druk café de lokale krant proberen te ontcijferen. Ook als je hier in San Francisco bij mensen thuis komt, valt op dat een krant geen standaard gegeven is. In het geval van mijn landlady, die een verstokte neiging heeft tot het verkondigen van samenzweringstheorieën bij het ontbijt, vermoed ik dat een krant haar goed zou doen.

‘The death of print’, zo noemt men in de V.S. de crisis van het krantenwezen. In Nederland dient de Amerikaanse werkelijkheid als onheilstijding, een voorproefje van wat komen gaat. Ook in Nederland dalen de oplages flink. Redacteurs piekeren zich er al jaren suf over: hoe de online concurrentie voor te blijven? In de Nederlandse psyche heeft Amerika altijd die vreemde kwaliteit van voorland, voorbode van al het goede en het slechte wat komen gaat. Zo heeft in Nederland de gedachte postgevat, dat wij de Amerikanen achterna gaan.

Wie een beetje rondsurft op het internet, ontdekt al snel dat de Amerikanen niet zozeer op ons vooruitlopen in een gedeeld historisch traject richting ontlezing. Ze zitten op een geheel eigen traject. Neem de oplages van de meest gelezen kranten in de Verenigde Staten en vergelijk deze eens met die van Nederland:

WSJ 2.400.000

NYT 1.900.000

USA Today 1.674.306

LA Times 653.868

Daily News 516.165

(https://goo.gl/6CbYS8)

Telegraaf 520.000             (9.880.000)

AD 420.000                         (7.980.000)

Volkskrant 250.000             (4.750.000)

NRC 200.000                         (3.800.000)

Trouw 100.000                    (1.900.000)

(https://goo.gl/jhTEfd)

Nu heeft de V.S. een bevolking van 320 miljoen, terwijl Nederland 17 miljoen zielen telt. De bevolking van de V.S. is grofweg 19 maal groter. Als je de Nederlandse krantenoplages met dat nummer vermenigvuldigt (zie de getallen tussen haakjes), valt op dat kranten überhaupt een veel grotere rol spelen in Nederland dan in de Verenigde Staten. Kwaliteitskranten als De Volkskrant en NRC bedienen relatief gezien een twee keer zo groot deel van de bevolking als de New York Times.

Kranten en het verenigingsleven

De Franse aristocraat De Toqueville verwonderde zich in zijn klassieker Over de democratie in Amerika over de alomtegenwoordigheid van kranten in de V.S. Hij verbond het met het actieve verenigingsleven, wat hij als het fundament zag van de Amerikaanse democratie. Kranten maken verenigingen, stelde De Tocqueville, en verenigingen maken kranten. Van alle landen ter wereld vindt men in de V.S. de meeste verenigingen en het meeste kranten, schreef hij toentertijd.

Echter, dat Amerikaanse krantenwezen is dus inmiddels op zijn retour. En in zijn beroemde studie Bowling Alone stelde Robert Putnam dat het verenigingsleven in de V.S. sinds de jaren vijftig in een neerwaartse spiraal terecht is gekomen, met zorgwekkende gevolgen voor het functioneren van de democratie. Technologische ontwikkelingen zouden daaraan ten grondslag liggen. Ikzelf vind het een wat mysterieuze theorie. Europa is technologisch gezien niet heel verschillend, en kende een veel minder scherpe ontwikkeling richting individualisering. Wie eenmaal het hyper-individualisme van Californië heeft ervaren, zal Nederland niet zo snel als bolwerk van individualisme beschouwen, in vergelijking zijn wij toch een vrij gemeenschapsgezind volkje. Ik vermoed dat (arbeids)mobiliteit ook een belangrijke rol speelt in de Amerikaanse ontheemding.

Televisie en internet

Gezien de hype rond de opkomst van het internet is het verrassend dat internet niet de voornaamste concurrent is van de krant in de VS. Een Gallup poll uit 2013 (http://goo.gl/SdrHZW) keek waar Amerikanen hun nieuws vandaan halen. Voor 55% was televisie de geprefereerde informatiebron, voor 21% internet, voor 9% de krant, voor 6% de radio. Het is dus televisie, niet het internet, dat in de V.S. de grootste anti-krant is, ook voor jongeren. Nu zijn de cijfers op het eerste gezicht niet heel anders in Nederland, waar televisie ook een dominant medium is: in Nederland is televisie voor 42% van de mensen leidend, 22% noemt internet en 11% kranten. Dit soort algemene cijfers relativeren weliswaar het belang van internet, maar geven niet echt een verklaring voor de relatieve krantloosheid van de V.S.

Wat misschien een belangrijk verschil is, is dat wij geen 24-uur nieuwszenders als Fox News, CNN of MSNBC hebben. Het ontbreekt hier in de cafés aan kranten, maar vaak staat wel de televisie aan, met een newsanchor die continu bericht over lopende zaken. Wij hebben dat nu eenmaal niet en leven dus in een wat andere mediawerkelijkheid dan de Amerikanen: ons nieuws is niet continu maar kent zijn ochtend- en avondrituelen. Misschien dat dit ook kan verklaren waarom mijn paranoïde landlady zo verzot is op haar samenzweringstheorieën: de boze stemmen van Fox News werken dagelijks op haar in.

Tagged with: