Het juk van het grote niets

Uit het archief. Column geschreven voor kunstblad MetropolisM, ergens in 2010. (Foto: de maximale dichters.)

So you come to find that – increasingly as we head into a soulless millennium – all that soul from the past just rings louder and heavier. Chuck D, Public Enemy

Alle macht aan de bureaucraten! De holle strijdkreet van het crisismanagement weerklinkt in Den Haag. Ooit leefde het idee om de verbeelding aan de macht te krijgen, nu vindt exact het tegenovergestelde plaats. Een twintigtal commissies van grijze ambtenaren gaat met de kaasschaaf over de staatsuitgaven. Zelfs de heilige huisjes zijn niet langer een taboe: hypotheekrente aftrek, huurliberalisatie, AOW. De boodschap is duidelijk: er zijn geen illusies meer, vanaf nu regeert het realisme. Haar taal is de objectieve en efficiënte rapporten-newspeak van technocraten en ambtenarendom, uitgespreid over metersdikke papierstapels. Welkom bij het politieke eindstation, gelieve hier uit te stappen en al uw ideologische bagage achter te laten.

Wat zowel het neoliberale kapitalisme en het ‘reeel bestaande socialisme” met elkaar gemeen hadden, was een ongebreideld geloof in de toekomst, waar een groei in het bruto nationaal product eenzelfde groei van het bruto nationaal geluk veronderstelde. Opofferingen in het heden werden gelegitimeerd met het beroep op een betere toekomst. En nu? De socialistische toekomst is formeel dood verklaard sinds de val van de Berlijnse muur. Sindsdien leefden we schijnbaar in een wereld waar alleen een neoliberale, kapitalistische toekomst in de aanbieding was. Maar heeft ook deze toekomst haar glans verloren, het neoliberalisme is doodverklaard, allerhande doemscenarios zijn het gesprek van de dag. Het is de toekomst zelf die nu in crisis is – ons voorstellingsvermogen van die toekomst – als gevolg van deze dubbele ideologische implosie.

Je zou verwachten dat het verzamelde melodrama van de ergste financiële implosie sinds de Tweede Wereldoorlog, een dreigende klimaatcrisis, stijgende voedselprijzen, oprakende olievoorraden en een voorspeld einde aan de Pax Americana, enig stof tot reflectie en ideologische innovatie zou geven. Moeten wij ons toekomstbeeld bijstellen naar aanleiding van de onpeilbare flux waarin alles verkeert? Maar nee, het complexe raderwerk van de Nederlandse maatschappij lijkt perfect in staat om stug door te draaien zonder enig idee te hebben waar het eigenlijk naar op weg is. Het doet denken aan J.G. Ballard’s apocalyptische Voices of Time, waar het menselijke ras als een slaapwandelend leger zich verzamelt voor een laatste mars. Onder het juk van het grote niets is er geen utopische horizon meer, slechts een conflict tussen aanhangers van technieken van zachte en harde controle. Een politiek van rampbestrijding, damage control en crisismanagement.

Wat is er sowieso nog over van de politiek? De ‘liberale’ VVD bepleit de meest draconische antiterreur maatregelen, de CDA is verre van de ‘christelijke gedachte’, en de PvdA is niet langer de Partij van de Arbeid, maar die van het Angstvallige Politieke Midden (PvhAPM). En ook van GroenLinks mag binnenkort een naamsverandering worden verwacht naar GroenLiberaal. Maar de crisis van de toekomst komt nog het duidelijkste naar voren uit de gestegen populariteit van het verleden. Wilders en nieuwrechts willen een enkeltje naar een Land van Ooit, toen er nog geen moslims of hoofddoekjes in Nederland bestonden; de CDA wil terug naar het christelijke heiland van voor het normverval van de jaren zeventig; de PvdA kijkt nog immer met heimwee terug naar de tijd van Den Uyl, toen ze nog idealen hadden; D66 en Groenlinks willen terug naar de tolerantie, en de SP wil een revival van de linkse verzorgingsstaat van de jaren zeventig. Zelfs het straatbeeld en de media staan in het teken van het recyclen van retro en het herhalen van herinnering. Je kan geen kleding meer kopen of het is een pastiche van voorbije tijden, in het uitgaansleven domineren de ’60s ‘70s of ‘80s, waar nostalgisch gedanst kan worden op voorbije hits. Zelfs de elektronische muziek is een vergelijkbaar lot beschoren en is inmiddels verworden tot een retrostijl. Wanneer niets meer echt is, neemt de nostalgie haar ware gedaante aan, stelde Baudrillard ooit. Een maatschappij die haar blik op een dergelijke, verstikkende manier naar binnen en naar achteren keert, heeft opschudding nodig.

We leven in eenzelfde situatie als toen de Maximalen ooit met het juk van het grote niets, de in zich zelf gekeerde wereld van de kleinburgerlijke dichters aanklaagde, maar dan in het groot. Sterft, gij oude vormen en gedachten!