Theodor Holman is op dreef. Een paar dagen geleden konden we in zijn Parool-column lezen dat moslims lager dan apen zijn, en dat we daar bommen op moeten gooien. Vandaag heeft hij de diersoort geïdentificeerd die dan wel van toepassing is: moslims zijn “valse honden” die alles kapot bijten, ook elkaar.
Holman overweegt vervolgens welke vorm van racisme hij hier wil bedrijven: de valsheid van de hond kan te wijten zijn aan een genetisch defect door inteelt, zo lezen we, het kan zijn dat ze vals zijn gemaakt door religie, maar misschien zit het de honden gewoon in het bloed.
U zult wel denken, het vergelijken van bevolkingsgroepen met diersoorten, dat roept nare jaren dertig associaties op. Maar het betreft hier moslims, niet joden en dan mag het natuurlijk. Concluderend houdt Holman zijn opties dus open, wat de smaak van zijn racisme betreft. Al met al een markante breuk met zijn eerdere opvattingen over het bevorderlijke karakter van inteelt onder moslims:
Laat ze rustig fukkie-fukkie doen met broers en zusters, neven en nichten, want dat is een uitstekende manier om op een vredelievende wijze van dit probleem af te komen. Je voorkomt op die manier bedreigingen en antisemitische scheldpartijen.
Nu zeggen veel mensen, het is Theodor Holman, die moet je niet helemaal au sérieux nemen. Die heeft een tik van de molen gekregen na de dood van Theo van Gogh. Die is er op uit om de weldenkende goegemeente op de kast te jagen. Door Holman zijn column te geven tonen we onze eigen ruimdenkendheid, onze waardering voor de vrijheid van meningsuiting, wat eveneens het recht op beledigen inhoudt. Want de vrijheid van meningsuiting geldt bij uitstek voor meningen die ons onwelgevallig zijn.
Het probleem met deze redenering is allereerst dat er geen hoger doel gemoeid is met de beledigingen van Holman. Vergelijkingen met apen en honden of de aanmoediging tot inteelt, dat kun je geen islamkritiek noemen. Dat is de belediging om de belediging. Een belediging bovendien, die niet de weldenkende goegemeente zelf treft, maar bovenal minderheden, die vervolgens verweten worden “overgevoelig”, “humorloos” en “intolerant” te zijn. De vrijheid om te beledigen lijkt zich zo te beperken tot de vrijheid van blanke Nederlanders om minderheden te schofferen. Daarnaast is er een verschil tussen iemand de vrijheid geven zijn mening te uiten, en die persoon van een aanzienlijk podium en megafoon te voorzien, in de vorm van een column in het Parool en De Groene en een radioprogramma op Radio 5.
Vraagt u zich af waarom we in dit land nog een platform bieden aan wat ze in een beschaafd land als “hate speech” zouden kwalificeren?
Ik ook.
Update: Toegegeven, in de apen-column heeft Holman het nog over moslimfundamentalisten, ISIS, wiens daden zonder twijfel als beestachtig kunnen worden omschreven. In de tweede (en derde) aangehaalde column heeft hij het echter over moslims als zodanig, in de vorm van een hond genaamd “Moor”. De twee categorieën vloeien zo soepeltjes in elkaar over.