Uit het archief. Een Gramsciaanse analyse van de aantrede van het gedoogkabinet Rutte I. Gepubliceerd in Jaarboek Kritiek, 2011. De strategie van het dubbele perspectief ‘Ik geloof dat het mogelijk is de verschillende culturele tijdperken […]

Uit het archief. Een Gramsciaanse analyse van de aantrede van het gedoogkabinet Rutte I. Gepubliceerd in Jaarboek Kritiek, 2011. De strategie van het dubbele perspectief ‘Ik geloof dat het mogelijk is de verschillende culturele tijdperken […]
De politieke filosofie van Friedrich Hayek schijnt als een soort brug te hebben gefungeerd tussen het neoliberalisme en het neoconservatisme. Dit omdat Hayek de markt feitelijk tot een spontane orde verklaart, waarvoor de bestaansvoorwaarden (en bijbehorende morale deugden) via de overheid moeten worden opgelegd. Het geloof in de onfeilbaarheid van de markt als een soort waarheidsprocedé maakt de kern uit van het neoliberalisme. Het idee van een natuurlijke orde is kenmerkend voor het conservatisme, terwijl het idee van maakbaarheid om een dergelijke ‘natuurlijke’ orde te bereiken neoconservatief van karakter is. Het gestaalde neoliberalisme van Hayek mag in Nederland overigens geen neoliberalisme heten, het wordt door haar aanhangers met het codewoord klassiek-liberalisme aangeduid.(1)